FLIGHTS UNSEEN By Graham W. Birdsall Vertaald en overgenomen uit UFO Magazine uitgave augustus 2001 door Paul Harmans.
Bezoekers
in onze lucht Dit bijzondere voorval gebeurde zonder dat daar veel ruchtbaarheid aan werd gegeven in het afgelegen Siberië en is waarschijnlijk van weinig betekenis voor Europese of Amerikaanse officials van de luchtvaartautoriteiten. Niettemin toonde een nieuwe studie in oktober 2000 aan, dat er nadrukkelijk bewijs bestaat dat piloten onverklaarbare fenomenen in de lucht hadden waargenomen boven Amerikaans grondgebied, die de veiligheid in het nauw brachten. Dr. Haines is de schrijver van het rapport ‘Luchtveiligheid in Amerika - een voorheen verwaarloosde factor’, waarin zo’n honderd gevallen van potentieel gevaarlijke ontmoetingen van piloten met UAP’s werden gerapporteerd die zich de laatste 50 jaar hadden voorgedaan, inclusief 56 ‘near misses’. Deze zijn verzameld uit een database met zo’n 3400 gevallen, vergaard door dr. Haines over een periode van 30 jaar. Deze database bevat eerstehands waarnemingen van commerciële, militaire en privé-piloten, alsook van de Federal Aviation Administration (FAA), National Transportation Safety Board (NTSB) en van NASA. Piloten zijn de meest ervaren observeerders van luchtverkeer die daar lange speciale trainingen voor gevolgd hebben. Hun rapportages in ‘Luchtveiligheid in Amerika’ behelzen ondermeer beschrijvingen van een reeks geometrische vormen in variërende kleuren en lichten die niet behoren tot de bekende waarnemingen, zoals de lichten van vliegtuigen of andere (natuurlijke) fenomenen. Piloten en bemanningen rapporteren dat objecten hen tot op kleine afstand naderen of gelijk met hen opvliegen. Sommige ontmoetingen schakelen de instrumenten van de piloten uit terwijl andere, waarbij snelle objecten zijn betrokken, een bijna frontale botsing veroorzaken maar dit voorkomen door snel een abrupte bocht te maken. “Er is aanleiding om de waarde te bepalen van de potentiële frequentie en hevigheid van deze gerapporteerde contacten in relatie tot andere zaken waar het veiligheidsgenootschap naar kijkt,” zegt Brian E. Smith, hoofd van het Aviation Safety Program bij NASA-Ames. In 1997 had een Boeing 747 van Swissair boven Long Island, New York, een ‘bijna botsing’ met een stralend wit, cilindrisch object dat snel op het vliegtuig afkwam. Piloot Philip Bodet, met meer dan 17.000 vlieguren en zijn co-piloot Kurt Grunder werden geïnterviewd door de FAA en de NTSB. Volgens een memo van de FAA’s Civil Aviation Security Office heeft Bodet gezegd dat: “Als het object iets lager had gevlogen, het waarschijnlijk de rechtervleugel had geraakt”. Soms moeten piloten plotselinge, ontwijkende veranderingen aanbrengen in hun vliegkoers vanwege de nabijheid of bewegingen van zo’n object. In een handvol van zulke gevallen werden passagiers uit hun stoel geworpen of raakten gewond door deze reacties. UAP’s hebben ook gezorgd voor het uitvallen van de navigatie-, vluchtgeleidings- en vluchtcontrolesystemen, zo draaide kompassen dol en werden schakelaars onderbroken door krachtige elektromagnetische velden. Tot nu toe functioneerden de instrumenten altijd weer normaal nadat de UAP was verdwenen. Op een heldere dag in 1981 vloog piloot Phil Schultz zijn vlucht TWA 842 van San Francisco naar het John F. Kennedyvliegveld over Lake Michigan. In zijn geschreven rapport aan dr. Haines beschrijft hij een: “groot, rond, zilvermetalig object, met zes gitzwarte patrijspoorten gelijkmatig verdeeld rondom de omtrek, welke neerdaalde in de atmosfeer vanaf boven.” Omdat ze een botsing verwachtten, zetten Schultz en zijn co-piloot zich schrap voor de klap. Het object maakte echter vlakbij het toestel op hoge snelheid een bocht en verdween. Met zijn lange ervaring als jachtvlieger bij de Amerikaanse marine in de Koreaanse oorlog en daarna, schreef de 54-jarige Schultz in zijn rapport dat hij dacht dat het object een ruimteschip was. Iemand die ervan overtuigd is dat luchtveiligheidsorganisaties aandacht moeten schenken aan de rapporteringen van de piloten en dat luchtverkeersleiders alert moeten zijn, is Jim McClenahen, een kortgeleden gepensioneerde FAA luchtverkeersleiderspecialist met meer dan 32 jaar ervaring. “Verwarring in de cockpit is altijd een reden voor ongerustheid. Zoals wanneer de bemanning wordt geconfronteerd met een extreem bizar, onverwacht en aanhoudend verlicht en of massief fenomeen, steigerend in de buurt van hun vliegtuig,” zegt McClenahen. “Het verrassingselement betekent een vermindering van de veiligheid omdat het de aandacht van luchtverkeersleiders afleidt die juist gericht moet zijn op landende vliegtuigen. Dat is het gevaar,” zegt hij. Don Daniels, een captain bij een grote luchtvaartmaatschappij, is het daar mee eens: “In de meer dan 30 jaar die ik vlieg, heb ik nog nooit een formele of informele training gehad, hoe te handelen bij een ontmoeting met een UFO,” zegt hij. Hoe veelvuldig de ontmoetingen van piloten met dit fenomeen zijn, is moeilijk in te schatten vanwege onvoldoende rapporteringen van luchtvaartpersoneel. Dr. Haines vervolgt: “In de loop der tijd zijn piloten in toenemende mate geconfronteerd met een psychologisch negatief hulpsysteem waarop ze konden terugvallen.” Dr. Haines Neil Daniels, 35 jaar captain bij United Airlines en nu met pensioen, was bevreesd om een vreemde waarneming te rapporteren ondanks het dramatische effect dat het had op het vliegtuig dat hij bestuurde. In 1997 maakte Daniels’ United DC-10 een linkerdraai vanwege magnetische interferentie dat alledrie de kompassen van slag bracht. Hij, zijn co-piloot en technicus zagen een perfect rond, lichtgevend object dwars van de vleugeltip op zo’n 1000 meter afstand. Daniels die meer dan 30.000 vlieguren heeft en een ‘Distinguished Flying Cross’ onderscheiding heeft van de luchtmacht, zei in een interview dit jaar dat de UAP zo snel verdween dat hij niet gelooft dat het door de mens was gemaakt. Alle drie de getuigen hielden hun mond. Zeven maanden later was captain Daniels op eendenjacht met zijn baas en besloot hem toen van het voorval op de hoogte te brengen. “Het spijt me dat te moeten horen,” zei zijn baas, “maar er kunnen nare dingen gebeuren met piloten die zeggen dat ze zulke waarnemingen doen”. Het rapport: 'luchtvaartveiligheid in Amerika' doet geen poging een verklaring te geven voor de herkomst van deze mysterieuze objecten. “Ik waag het niet te zeggen dat UAP’s buitenaards zijn, maar ik waag het ook niet te zeggen dat ze dat niet zijn,” aldus dr. Haines. Maar hij moet toegeven dat honderden rapporteringen van UAP’s die hij analyseerde, lijken te suggereren dat ze geassocieerd moeten worden met een uitzonderlijk hoge graad van intelligentie, een weloverwogen vliegcontrole en een vooruitstrevend gebruik van energie. Een van de meest beroemde waarnemingen van piloten is wel die van boven Alaska in 1986. Deze is uitgebreid gerapporteerd in de media en onderzocht door de FAA, wat resulteerde in het tijdelijk op non-actief zetten van veteraan captain Kenju Terauchi van Japan Airlines, dit ondanks het feit dat de FAA had geconcludeerd dat hij en zijn bemanning stabiel, bekwaam en professioneel was. “Heel onverwachts stopten twee ruimteschepen vlak voor ons en schoten lichtflitsen af,” zei piloot Kenju Terauchi. “De binnenkant van de cockpit was hel verlicht en ik voelde de warmte op mijn gezicht.” Captain Kenju Terauchi van Japan Airlines met een schets van wat hij en zijn bemanning boven Alaska waarnamen. De goed gedocumenteerde rapporten van hoog opgeleid personeel roepen natuurlijk vragen op over het verwarrende standpunt van de Amerikaanse regering dat UAP’s niet bestaan en dat de Amerikaanse luchtmacht niet geïnteresseerd is in deze zaak. In de vijftiger jaren rapporteerde de pers de waarnemingen van de piloten en de Amerikaanse luchtmacht erkende deze. In 1954 echter deed het element ‘belachelijk maken’ zijn intrede. De United Press meldde dat toen piloot Max M. Jacobs een mysterieus oranje licht achtervolgde dat door de lucht scheerde en dat hij het vertellen hiervan uitstelde omdat hij bang was belachelijk te worden gemaakt. Maar achter de schermen maakte het Amerikaanse departement de rapporten over vliegende schotels, sigaarvormige voertuigen met patrijspoorten en ronddraaiende lichten en buitensporige technische capaciteiten zoals gezien en gemeld door piloten en bemanning absoluut niet belachelijk. In 1951 brachten de verenigde chefs van de staff een vertrouwelijke memo uit, getiteld: ‘Communicating Instructions for Reporting Vital Intelligence Sightings from Aircraft (CIRVIS)’ ook wel genaamd: ‘Joint Army-Navy-Air Force Publication (JANAP) 146’. Het gaf piloten strikte instructies voor het verstrekken van informatie die van vitaal belang is voor de veiligheid van de Verenigde Staten, inclusief over het verstrekken van informatie over UFO’s. Rapporten van piloten werden naar het luchtverdedigingcommandocentrum en de minister van defensie gestuurd welke ze weer doorgaf aan de CIA, NSA en anderen. Deze order wees er ook op dat het ongeoorloofd publiekelijk vrijgeven van een UFO-rapport kon leiden tot tien jaar gevangenisstraf of een boete van 10.000 dollar. In een memo uitgegeven in 1952 door de FBI staat dat volgens bevelhebber Randall Boyd van de Amerikaanse luchtvaartinlichtingendienst, ‘waarnemingen van piloten die worden gestaafd door radaropnames of bevestiging vanaf de grond de meest waardevolle rapporteringen zijn en zodoende moeilijk te verklaren’. De officiële Amerikaanse militaire gedragslijn om hun waarnemingen te verwerpen, maakte veel piloten boos. Volgens een artikel uit de Newarkse ‘Star Ledger’ betichtten meer dan 50 burgerluchtvaartpiloten die waarnemingen hadden gerapporteerd -elk met op zijn minst vijftien jaar ervaring bij de grote luchtvaartmaatschappijen- de luchtmachtpolitiek van censuur. Zij vonden dit absoluut bespottelijk. Deze piloten vertelden dat ze werden ondervraagd door de luchtmacht, soms een hele nacht lang en werden dan vervolgens behandeld als incompetent en opgedragen het stil te houden. Een piloot zei het volgende: “De luchtmacht vertelt je dat het ding dat 15 minuten naast je vliegtuig vloog een luchtspiegeling was of een bliksemstraal, wat is dat voor onzin, wie zit daar nu op te wachten?” Een andere piloot vertelde dat als gevolg van deze opstelling, veel piloten ‘vergeten’ hun waarneming te melden. Volgens Frederick M. Fox, al 33 jaar piloot bij American Airlines, heeft het belachelijk maken de meeste piloten er toe gebracht hun mond te houden: “Piloten zijn terughoudend om er over te praten vanwege de politiek van de overheid om dit soort gebeurtenissen te ontkennen.” Dit in tegenstelling tot veel andere landen die wel openlijk de gevolgen onderzoeken van UAP’s op de veiligheid in de luchtvaart. In 1999 bestudeerden gepensioneerde Franse generaals en officieren van het prestigieuze Franse instituut van hogere studies voor nationale defensie en een overheidsagentschap met het nationale centrum voor ruimtestudie, honderden rapporten van piloten. Tevens analyseerden ze de implicaties van de ontmoetingen op de veiligheid in de luchtvaart. Een geval betrof een waarneming in 1994 van Air France met vele getuigen van een UAP, die ogenblikkelijk verdween toen het op radar werd bevestigd. Een ander rapport beschreef de ontmoeting van een Boeing 727 van Aerolineas Argentines tijdens de landing met een verlicht object waardoor de landingslichten van de luchthaven niet meer te zien waren. “Het aantal getuigenissen en de kwaliteit van de getuigen is van zulk niveau, dat we het fenomeen niet kunnen negeren,” zegt het 50 pagina’s tellende Franse rapport getiteld: ‘UFO’s en verweer: waar moeten we op voorbereid zijn?’ Luchtvaartpersoneel moet bekend gemaakt worden met deze fenomenen en gebeurtenissen en erop voorbereid zijn hoe te handelen in dit soort situaties. “Het is noodzakelijk de angst om belachelijk gemaakt te worden te overwinnen.” In 1997 vormde de Chileense overheid het comité voor studie naar afwijkende fenomenen in de lucht (CEFAA) onder toezicht van het bureau van burgerluchtvaart (DGAC) een overheidsinstantie vergelijkbaar met het Amerikaanse FAA. Officiële observaties van UAP’s, op een afgelegen Chileense luchthaven, zette aan tot deze actie waarbij de DGAC voor het eerst publiekelijk het bestaan van UFO’s boven het nationale territorium toegaf. “De CEFAA onderzocht serieus en objectief en analyseerde op wetenschappelijke wijze om te kijken of er aantasting was van de veiligheid in de luchtvaart,” zo zegt hoofdsecretaris Gustavo Rodriguez Navarro, een gepensioneerde luchtverkeersleider. “De waarneming van een UAP is ongetwijfeld verwarrend voor de bemanning van een vliegtuig en het personeel van de luchtverkeerscontroletoren,” zegt Ricardo Bermudez Sanhuesa, een generaal van de Chileense luchtbrigade en president van de CEFAA, in een interview. “Dr. Haines opent de deur naar bekendwording en het begrijpen van een fenomeen dat effect kan hebben op de werkwijze van de luchtvaart in de hele wereld”. Dr. Haines De
noodzaak om ervan op de hoogte te zijn “In 1998 nam de CEFAA contact op met de ambassade van de Verenigde Staten in Chili en gaven uitdrukking aan de wil samen te werken met een Amerikaans bureau om ervaringen uit te wisselen en te overleggen over de te volgen procedures en het beleid wat betreft dit onderwerp,” zegt Bermudez. “En vorig jaar juli zond de CEFAA een verzoek aan de Amerikaanse ambassade om het Pentagon te raadplegen, maar beide verzoeken bleven onbeantwoord.” De vraag van NARCAP om te reageren op het vraagstuk ‘Luchtveiligheid in Amerika’ aan de grootste bond voor luchtvaart piloten de ‘Airline Pilots Association’ (ALPA) en de ‘Flight Safety Foundation’, die zichzelf omschrijft in bewoordingen als “wij bieden een objectieve kijk op de ontwikkelingen van de veiligheid in de luchtvaart,” werd eveneens niet beantwoord. In een recent interview per telefoon, wezen de vertegenwoordigers het rapport van de hand, waarbij ze toegaven slechts een blik te hebben geworpen op de eerste paginagrote samenvatting en de rest van het rapport niet te hebben gelezen. ALPA-lid Neil Daniels vindt dat de bond zijn leden op de hoogte moet brengen van NARCAP, niet zozeer omdat er dreiging van UAP’s uitgaat, maar om een wetenschappelijke studie te bevorderen. “Wij zijn slechts een miniem spikkeltje in het heelal,” zegt hij, “de energieën daar buiten zijn absoluut groots en ik denk dat we moeten weten wie of wat zij zijn.” Onderstaand stukje tekst komt van de Internetsite van ‘The Disclosure Project’ waaraan ook dr. Haines meewerkt. Dr. Haines is een voormalig NASA-onderzoekswetenschapper sinds het midden van de zestiger jaren. Hij werkte voor de Gemini, Apollo en Skylab programma’s en voor enkele andere organisaties. Gedurende de laatste dertig jaar heeft dr. Haines meer dan 3000 gevallen van ongebruikelijke waarnemingen en radarwaarnemingen van onverklaarbare fenomenen in de lucht verzamelt. Hij merkt op dat er ontelbare buitenlandse gevallen voorkomen in de literatuur en dat die heel erg veel lijken op de Amerikaanse rapporteringen. In één geval hier in Amerika, vertelde een B-52 piloot hem dat hij en zijn bemanning vijf ronde bollen zagen verschijnen rond het vliegtuig, één aan elke vleugeltip, één achter het vliegtuig, één boven en één onder hen en die volgden het vliegtuig op dezelfde vlieghoogte en snelheid. De piloot probeerde met ontwijkende manoeuvres de bollen van zich af te schudden, maar elke bol bleef exact in positie. Er waren andere gevallen waarbij piloten door de doorzichtige koepel van sommige UFO’s konden kijken en de details binnenin konden zien. |